Hoofdstuk 1: Openbare Weg Doe de test Verkeerstermen & verklaringen
1.1 Verkeerstermen & Verklaringen
Wat kom je tegen op de openbare weg en waar mag je eigenlijk wel en niet rijden? In dit gedeelte van de theorie kijken we hiernaar. We bespreken de basis van rijbanen en de regels waaraan je je moet houden op speciale gedeelten van de openbare weg.
1.1.1 Rijstroken
Een hele weg, bijvoorbeeld een snelweg, noem je een rijbaan.
Een rijbaan kan worden verdeeld in verschillende rijstroken, door middel van lijnen op de weg. Dit kunnen doorgetrokken lijnen of onderbroken lijnen zijn.
1.1.2 Pijlen op de rijstroken
Witte pijlen op rijstroken zijn bedoeld om aan te geven in welke richting voertuigen moeten rijden. Ze komen vaak voor bij kruispunten om voor te sorteren. De witte pijlen op de rijstroken zijn wegmarkeringen. Als de witte pijlen voorkomen op meerdere rijstroken naast elkaar, dan staat er vaak ook een blauw aanwijzingsbord naast de weg om de meerdere rijrichtingen weer te geven.
1.1.3 Waar mag je rijden?
Normaal gesproken rijden auto´s op de rechter weghelft. Dit geldt ook als er meerdere rijstroken naast elkaar zijn.Daarom geldt de regel om altijd zoveel mogelijk op de rechterrijstrook te rijden. Links rijden zonder reden is verboden.
1.1.4 Snelheid
Op een gewone rijbaan met meerdere rijstroken is de maximaal toegelaten snelheid 90 km/uur. Deze maximaal toegelaten snelheid verandert, als er verkeersborden een andere maximaal toegelaten snelheid aangeven. Denk aan de 120 km/uur of 130 km/uur borden op de snelweg.
1.1.5 Inhalen
Als je wilt inhalen op een rijbaan met meerdere rijstroken, is dat soms wel en soms niet toegestaan. Hiervoor geldt:
- Als jij sneller rijdt dan de bestuurder voor je en er is sprake van een witte onderbroken streep, is inhalen toegestaan.
- Je mag niet inhalen als er sprake is van een witte doorlopende streep.
Soms lopen een witte onderbroken streep en een witte doorlopende streep naast elkaar. In dat geval mag je inhalen als de witte onderbroken streep zich bevindt aan jouw richting/rijbaan.
1.1.6 Rijstrookvermindering
Een rijstrookvermindering houdt in dat je van meerdere rijstroken naar minder rijstroken gaat, bijvoorbeeld van twee rijstroken naar een enkele rijstrook. Er zijn twee borden die een rijstrookvermindering aangeven. Eén daarvan geeft een rijstrookvermindering naar links aan, de ander naar rechts.
1.1.7 Ritsen
Ritsen is het invoegen van je auto bij een rijstrookvermindering.
Als een rijbaan van twee rijstroken naar één enkele rijstrook gaat,
moet alle auto´s immers verder op één rijbaan.
Er zijn drie voorwaarden die moeten worden voldaan bij ritsen. Dit zijn:
1) Er moet sprake zijn van rijstroken.
2) Hierna moet er sprake zijn van een vermindering van deze rijstroken.
3) Als derde moet er sprake zijn van sterk vertraagd verkeer, dus langzaam rijdend.
Alleen bij deze voorwaarden is er sprake van ritsen.
Inhalen op de snelweg en daarna invoegen is dus geen ritsen.
1.1.8 Regels van ritsen
Er zijn een aantal regels waar je rekening mee moet houden, wanneer je gaat ritsen.
Deze regels zijn:
- Ritsen is verplicht
- Ritsen is geen manoeuvre
- Je mag pas invoegen in de andere rijstrook vlak voor de rijstrookvermindering zelf.
Er kunnen twee situaties zijn waarin er sprake is van een rijstrookvermindering:
1) Een rijstrook valt weg langs links of langs rechts. Dit houdt in dat één van de twee rijstroken ophoudt, terwijl de andere doorloopt. Hiervoor moeten bestuurder elkaar daarom om de beurt voor laten gaan.
2) Er kan echter ook sprake zijn van drie rijstroken, waarbij zowel de meest linkse als de meest rechtse rijstrook wegvallen. Hierbij moeten bestuurders op de vrije strook om de beurt voorrang geven aan eerst een bestuurder langs rechts, dan een auto langs links en daarna mag de bestuurder zelf doorrijden.
1.1.9 Busstrook
De busstrook is een aparte rijstrook, alleen bedoeld voor bussen. Vaak worden deze busstroken aangegeven met het woord ´BUS´ in witte letters op de busstrook. Daarnaast staan er soms blauwe borden naast de busstrook met daarop aangegeven welke rijstrook een busstrook is.
Op een busstrook, mogen ´gewone´ bestuurders:
- niet rijden.
- niet parkeren.
1.1.10 Verdrijvingsvlak
Verdrijvingsvlakken zijn vlakken met brede, witte, schuine strepen erop.
Deze vlakken bevinden zich vaak tussen of naast rijstroken.
Verdrijvingsvlakken geven een limiet aan waar bestuurders zich niet mogen bevinden.
Op een verdrijvingsvlak mag je:
- niet rijden.
- niet stilstaan.
- niet parkeren.
1.1.11 Werkzaamheden
Soms moeten er aanpassingen worden gedaan aan al bestaande wegen. In dit geval worden deze werkzaamheden vaak weergegeven met een verkeersbord. Dit verkeersbord is een rode driehoek, met daarin een figuur die bezig is met wegwerkzaamheden.
Het verkeersbord is bedoeld als gevaarsbord. Automobilisten moeten dus goed opletten bij deze borden.
Bij wegwerkzaamheden worden soms extra oranje lijnen aangebracht op de weg.
Met deze oranje lijnen worden tijdelijke nieuwe rijbanen en rijrichtingen aangegeven.Normaal worden rijbanen aangegeven met witte lijnen.
Als er sprake is van zowel witte als oranje/gele lijnen bij wegwerkzaamheden, dan gaan de oranje/gele lijnen voor. Volg in dat geval dus de rijbaan die wordt aangegeven met de oranje lijnen.
1.1.12 Openbare en niet-openbare terreinen
Openbare plaatsen zijn plaatsen waar we komen als we er ook degelijk moeten zijn. Zo zijn parkings van een groot warenhuis, restaurants, ziekenhuizen en tankstations dus openbare terreinen.
Niet-openbare terreinen zijn enkel toegankelijk indien we hiervoor een toelating hebben.Voorbeelden hiervan zijn parkings van fabrieken, bankinstellingen, containerparken of privé parkings.
Het verkeersreglement geldt alleen maar op de openbare weg.
Maak je een overtreding op de openbare weg, dan krijg je een bekeuring.
Op een openbaar of niet-openbaar terrein mag je niet doen wat je wil.
Zware overtredingen of inbreuken, kunnen ook beboet worden.
Op een privaat eigendom gelden geen verkeersregels.
1.1.13 Een aardeweg
Een aardeweg die op het einde verhard is, verandert niet in een rijbaan.
Het blijft een aardeweg.