Hoofdstuk 2: Weggebruikers Doe de test De bestuurders
2.2. De bestuurders en passagiers
In dit gedeelte van de theorie gaan we in op:
- zitplaatsen
- passagiers
- welke voertuigen je mag besturen
- wat de massa van de auto voor jou inhoudt
- wat je verplicht bij je moet hebben in de auto
2.2.1. Zitplaatsen in de auto
De bestuurder in een auto moet comfortabel kunnen zitten voor het optimale rijgemak. Daarom moet de zitplaats van de bestuurder minimaal 55 cm breed zijn. Voor de passagier die naast de bestuurder zit in de auto is dit niet per se nodig. Daarom is de minimale breedte voor die zitplaats 40 cm .
Een aangepast kinderzitje is verplicht voor mensen die:
- Onder de 18 jaar (kinderen) zijn,
- En korter zijn dan 1,35 meter.
Kinderen langer dan 1,35 meter mogen wel een aangepast kinderzitje gebruiken maar dit is niet verplicht.
Elke zitplaats in de auto moet voorzien zijn van een veiligheidsgordel.
Zowel de passagiers als de bestuurder zelf zijn verplicht om de veiligheidsgordel altijd te dragen.
Een ongeluk met hoofdletsel kan leiden tot epilepsie. Daarnaast is een hoofdletsel altijd zeer gevaarlijk. Het is daarom verstandig om dit risico zo veel mogelijk te verminderen.
Draag daarom altijd een veiligheidsgordel in auto.
Als je op de fiets, motor, scooter zit of deelneemt aan bepaalde activiteiten,
draag dan een helm. Niet voor elke bestuurder is een veiligheidsgordel verplicht.
Er gelden uitzonderingen.
De volgende bestuurders hebben deze uitzondering:
- Een bestuurder die achteruitrijdt.
- Een taxibestuurder die klanten vervoert.
- Een postbode die pakjes rondbrengt.
- Bevoegde personen en hulpdiensten (zoals ambulance en politie) wanneer hun werk dit toestaat.
2.2.2. Welke voertuigen mag je besturen?
In België mag je met een voorlopig of een definitief rijbewijs B de volgende voertuigen besturen:
- Een personenauto.
- Een auto voor dubbel gebruik.
- Een minibus.
- Een lichte vrachtwagen.
Met licht wordt bedoeld:
een vrachtwagen met een M.T.M. (Maximaal Toegelaten Massa) die maximaal 3,5 ton, oftewel 3500 kg is.
2.2.3. Het voorlopig rijbewijs
Wanneer je slaagt voor je theorie-examen, kun je overgaan naar de praktijk.
Hiervoor krijg je een "voorlopig rijbewijs".
Je hebt dan de keuze te rijden met begeleider of zonder begeleider.
Ik wil rijden met een voorlopig rijbewijs met begeleider
Als je de keuze maakt met begeleider, moet er geen praktijk gevolgd worden in een rijschool.
Er zijn wel voorwaarden aan welke de begeleider moet voldoen:
- moet minimum 26 jaar oud zijn
- moet ten minste 8 jaar een rijbewijs hebben voor de categorie B
- geen veroordeling tot een verval van het recht tot sturen
- geen zware verkeersmisdrijven gedurende de laatste 3 jaar
Een tweede achteruitkijkspiegel voor de begeleider moet in het voertuig aanwezig zijn. “L” moet duidelijk achteraan op het voertuig bevestigd zijn. Tijdens je rit mogen geen passagiers meegenomen worden. Enkel de begeleider(s) die op je voorlopig rijbewijs staan vermeld, mag je meenemen.
Je mag niet rijden van 22uur tot 6uur 's anderendaags op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van de wettelijke feestdagen
en de wettelijke feestdagen. Wel overdag op zaterdag en zondag, maar niet na 22uur 's avonds of voor 6uur 's morgens.
Met een voorlopig rijbewijs mag je niet in het buitenland rijden.
Ik wil rijden met een voorlopig rijbewijs zonder begeleider
Om alleen (zonder begeleider) te mogen rijden, moet je eerst 20 uur praktijklessen nemen en minimum 18 jaar oud zijn om het voorlopig rijbewijs te kunnen verkrijgen. “L” moet duidelijk achteraan op het voertuig bevestigd zijn. Tijdens je rit mogen geen passagiers meegenomen worden.
Je mag niet rijden van 22u. tot 6u. 's anderendaags op vrijdag, zaterdag, zondag, de vooravond van de wettelijke feestdagen
en de wettelijke feestdagen.
Wel overdag op zaterdag en zondag, maar niet na 22u 's avonds of voor 6u 's morgens.
Ook bij deze keuze mag je met een voorlopig rijbewijs niet in het buitenland rijden.
2.2.4. De Maximaal Toegelaten Massa (M.T.M.)
Hierboven heb je gelezen dat je met rijbewijs B alleen in een vrachtwagen mag rijden met een M.T.M. van maximaal 3500 kg.
Maar wat is de M.T.M. precies?
De M.T.M. is het maximale totale gewicht dat een voertuig, inclusief alle variabele inhoud, mag wegen.
De variabele inhoud bestaat uit de auto zelf, de bestuurder, de passagiers, de bagage, de hoeveelheid benzine etc.
De fabrikant heeft bepaald wat het maximale gewicht is dat de auto veilig kan verplaatsen en dit bepaalt de Maximaal Toegelaten Massa.
Zodra een auto zwaarder dan de M.T.M. van die auto wordt belast, voldoet de auto niet meer aan de veiligheidsnormen.
De M.T.M. wordt dus bepaald door de fabrikant en is een vast gegeven.
De M.T.M. verandert dus niet .
Met een rijbewijs mag je alleen voertuigen besturen die een maximale M.T.M. hebben van 3,5 ton of 3500 kg.
2.2.5. De Massa in Beladen Toestand (M.B.T.)
Ook de M.B.T. gaat over het gewicht van een voertuig. Maar wat is het verschil met de M.T.M.?
De M.B.T. gaat over het echte gewicht dat een voertuig heeft. Deze waarde is uiteraard variabel.
Je kan immers meer of minder passagiers hebben, meer of minder benzine en wel of geen bagage bij je hebben.
Deze waarde is dus het daadwerkelijke gewicht op een bepaald moment .
De M.T.M. gaat over het uiterste maximale gewicht dat een voertuig mag hebben.
Zolang je je aan de veiligheidsnormen houdt, is de M.B.T. dus altijd lager of gelijk aan de M.T.M.
Een voorbeeld hierbij:
stel dat je met een auto rijdt die een M.T.M. heeft van 2,5 ton, of 2500 kg.
Dit betekent dus dat de auto, incl. inhoud maximaal 2500 kg weegt.
De auto zelf weegt 1700 kg.
Als je M.B.T. wilt berekenen, moet je weten hoeveel extra inhoud de auto heeft.
We geven als voorbeeld deze waarden:
- De auto weegt 1700 kg .
- De bestuurder weegt 75 kg .
- De twee passagiers die meerijden in de auto wegen samen 140 kg .
- De boodschappen achterin de auto wegen 10 kg .
- De benzine in de tank van de auto weegt 25 kg .
Dus de M.B.T. bedraagt het totale gewicht op dat specifieke moment.
Dus: 1700 + 75 + 140 + 10 + 25 = 1950 kg
De M.T.M. van de auto is 2500 kg.
De M.B.T. op dit moment is 1950 kg.
De M.B.T. is dus lager dan de M.T.M. en variabel.
2.2.6. Wat moet in de auto aanwezig zijn?
In een auto (met een M.T.M. tot maximaal 3,5 ton of 3500 kg ) moeten de volgende vier voorwerpen aanwezig zijn:
- Een gevarendriehoek (wordt gebruikt bij pech ).
- Een fluovestje (wordt gebruikt bij pech ).
- Een verbanddoosje.
- Een brandblusser.
2.2.7. Wat hoeft er niet in de auto aanwezig te zijn?
De volgende voorwerpen hoeven niet verplicht in de auto aanwezig te zijn.
Het is echter wel handig om deze voorwerpen bij je te hebben.
- Een trekkabel.
- Een krik.
- Een tomtom.
- Een reservewiel.
- Een parkeerschijf (voor een blauwe parkeerzone).
- Een handsfree kit.
De laatste die in dit rijtje staat, de handsfree kit, leidt evenveel af als niet handsfree bellen. Houd hier rekening mee! Ook handsfree bellen leidt jou aandacht af van de weg en zorgt voor onveilige situaties. Als iemand je belt via een handsfree kit, vertel dan dat je aan het rijden bent. Zo kan zij/hij rekening houden dat jij bezig bent. Mocht het gesprek erg belangrijk zijn en jouw volle aandacht vragen, stop dan bij de dichtstbijzijnde parkeerplaats om het gesprek voort te zetten.
2.2.8. Welke documenten zijn verplicht?
Sommige documenten moet je als bestuurder verplicht bij je hebben tijdens het rijden.
Andere documenten moeten verplicht aanwezig zijn in de auto zelf.
De verplichte documenten voor de bestuurder zijn:
- Een identiteitskaart (deze dient origineel te zijn)
- Een rijbewijs (deze dient origineel te zijn)
De documenten die verplicht aanwezig moeten zijn in de auto zijn:
- Inschrijvingsbewijs (deze dient origineel te zijn)
- Gelijkvormigheidsattest (deze dient origineel te zijn)
- Verzekeringsbewijs (deze dient origineel te zijn)
- Keuringsbewijs (deze dient origineel te zijn), indien deze nodig is.
2.2.9. De hoogte van de auto
De maximale hoogte die een auto mag zijn samen met een lading is 4 meter.
Dit betreft dus de hoogte van een auto met daarop een voorwerp voor vervoer.
Als deze hoogte groter is dan 4 meter, dan valt het voertuig onder de term ´uitzonderlijk vervoer´ .
Verbodsbord voor de hoogte:
2.2.10. De breedte van de auto
De maximale breedte die een auto mag zijn samen met een lading is 2,55 meter.
Als deze breedte groter is dan 2,55 meter , dan valt het voertuig onder de term ´'uitzonderlijk vervoer'.
Als je een brede lading vervoert, houdt dan rekening met het andere verkeer!
Zorg er dus voor:
- Dat je andere weggebruikers niet hindert .
- Dat je het eigendom van anderen niet beschadigt .
- Dat je de zichtbaarheid op de weg voor anderen niet vermindert.
- Dat de lading goed vastzit en deze dus niet kan loskomen van de auto
Verbodsbord voor de breedte:
2.2.11. De lengte van de auto
Met de lengte van de auto wordt de afstand bedoeld van het voorste punt van de grill tot het achterste punt van de auto.
Voor de voorkant en achterkant van de auto gelden andere regels voor het vervoeren van voorwerpen (lading).
Voor de voorkant geldt:
- De lading mag nooit uitsteken voor de auto.
Voor de achterkant geldt:
- De lading mag maximaal 1 meter uitsteken achter de auto, zonder waarschuwingsbord.
Een fiets achter op de auto bevestigen is een goed voorbeeld. Zorg er wel voor dat de achterlichten niet zijn bedekt.
- Als de lading niet inééngeschoven kan worden en dus niet in de auto past,
dan mag de lading maximaal 3 meter uitsteken achter de auto, met waarschuwingsbord . Het waarschuwingsbord is een rechthoekig, wit en rood gestreept bord. Als de lichten van de auto aan moeten zijn (in het donker), dan moeten aan de zijkanten van de lading oranje reflectors worden aangebracht. Dit moet om de zichtbaarheid van de lading te vergroten.
Verbodsbord voor de lengte: